Beelddenken
of rechtsgeoriënteerde kinderen ofwel kinderen met een visuele leerstijl
Elke mens dat geboren wordt denkt in 1e instantie in beelden. Dit is het primaire denkproces wat de rechter hersenhelft regelt. Pas rond het 3e, 4e levensjaar komt het secundaire denkproces om te hoek kijken en gaan de meeste mensen in begrippen denken. Iets dat mede gevoed wordt doordat ons onderwijs zich richt op de talige linker hersenhelft. Rond het 10e levensjaar wordt duidelijk of je grotendeels in beelden of in begrippen denkt.
Begripsdenken is denken via woorden en begrippen, geordend via een logische structuur.
Een kleine schatting is dat 5% in beelden blijft denken.
Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen. Het is een soort van ruimtelijk denken.
Als een taaldenker iets wil vertellen kan hij zich een plaatje vormen van de situatie. Dat beeld wordt als ondersteuning gebruikt om iets te vertellen.
Beelddenkers ordenen hun wereld met niet-talige middelen. Ze zien beelden van situaties en handelingen, waarin meerder zaken naast elkaar zichtbaar worden, op elkaar inwerken en een betekenis geheel vormen. De beelden vervangt de taal, die pas in 2e instantie aan de orde komt. Beelddenken is non verbaal denken, instinctief denken, voelen dat een oplossing daar en daar ligt.
Beelddenkers zijn sneller in hun denken omdat je 2 à 3 woorden in een seconde
kan vormen en binnen dezelfde seconde vormt een beeldenker 32 beelden.
Bent u een beelddenker?
1. Denkt u vooral in beelden in plaats van woorden?
2. Weet u dingen, zonder in staat te zijn uit te leggen waarom?
3. Lost u problemen op ongebruikelijke wijze op?
4. Heeft u een levendige verbeelding?
5. Herinnert u zich wat u gezien heeft en vergeet u wat u hoort?
6. Bent u verschrikkelijk slecht in het spellen van woorden?
7. Kunt u zaken visualiseren vanuit verschillende perspectieven?
8. Bent u organisatorisch gehandicapt?
9. Verliest u vaak het bewustzijn van tijd?
10. Leest u liever een kaart dan mondelinge aanwijzingen te volgen?
11. Herinnert u zich plaatsen die u slechts één maal bezocht?
12. Is uw handschrift voor anderen moeilijk leesbaar?
13. Kunt u aanvoelen wat anderen voelen?
14. Bent u muzikaal, artistiek of mechanisch aangelegd?
15. Weet u meer dan anderen denken dat u weet?
16. Heeft u een hekel aan spreken voor een groep mensen?
17. Voelt u zich slimmer naarmate u ouder wordt?
18. Bent u een slaaf van uw (spel)computer?
Als u 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ hebt beantwoord, bent u zeer waarschijnlijk een visueel-ruimtelijke leerling.
Bron: Silverman, L.K. (2002). Upside-Down Brilliance: The Visual-Spatial Learner Nederlands: "Vertaald t.b.v. lezing voor Maria J.Krabbe Stichting Driebergen 22 november 2005 Linda Kreger Silverman Ph.D”.
Omgekeerd Briljant: Lezing Linda Kreger-Silverman Ph.D. : The Visual-Spatial learner
Karaktervergelijking
1. Denkt u vooral in beelden in plaats van woorden?
2. Weet u dingen, zonder in staat te zijn uit te leggen waarom?
3. Lost u problemen op ongebruikelijke wijze op?
4. Heeft u een levendige verbeelding?
5. Herinnert u zich wat u gezien heeft en vergeet u wat u hoort?
6. Bent u verschrikkelijk slecht in het spellen van woorden?
7. Kunt u zaken visualiseren vanuit verschillende perspectieven?
8. Bent u organisatorisch gehandicapt?
9. Verliest u vaak het bewustzijn van tijd?
10. Leest u liever een kaart dan mondelinge aanwijzingen te volgen?
11. Herinnert u zich plaatsen die u slechts één maal bezocht?
12. Is uw handschrift voor anderen moeilijk leesbaar?
13. Kunt u aanvoelen wat anderen voelen?
14. Bent u muzikaal, artistiek of mechanisch aangelegd?
15. Weet u meer dan anderen denken dat u weet?
16. Heeft u een hekel aan spreken voor een groep mensen?
17. Voelt u zich slimmer naarmate u ouder wordt?
18. Bent u een slaaf van uw (spel)computer?
Als u 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ hebt beantwoord, bent u zeer waarschijnlijk een visueel-ruimtelijke leerling.
Bron: Silverman, L.K. (2002). Upside-Down Brilliance: The Visual-Spatial Learner Nederlands: "Vertaald t.b.v. lezing voor Maria J.Krabbe Stichting Driebergen 22 november 2005 Linda Kreger Silverman Ph.D”.
Omgekeerd Briljant: Lezing Linda Kreger-Silverman Ph.D. : The Visual-Spatial learner
Karaktervergelijking
Beelddenker:
visueel ruimtelijk Sterke rechter hersenhelft Denkt primair in beelden Is visueel sterk Kan goed met ruimte omgaan Leert vanuit overzicht Begrijpt het meteen of (nog) niet Begrijpt complexe concepten makkelijk, heeft moeite met eenvoudige taken Is goed in synthese, samenvoegen, verbanden leggen Werkt vanuit het grote beeld, kan details over het hoofd zien Kan goed kaart lezen Is beter in wiskundig redeneren dan in cijferen Leert hele woorden gemakkelijk Moet woorden visualiseren alvorens ze te kunnen spellen Geeft de voorkeur aan toetsenborden om te schrijven Ordent en organiseert op geheel eigen wijze Vindt intuïtief de juiste oplossing Leert het beste door verbanden te zien Goed visueel lange termijn geheugen Leert concepten voor de eeuwigheid, haakt af bij stampwerk en herhaling Ontwikkelt eigen methoden om problemen op te lossen Is erg gevoelig voor de houding van de leraar Bedenkt bijzondere oplossingen voor problemen Ontwikkelt zich asynchroon (onevenwichtig) Kan erg onregelmatige cijfers halen Geniet van meetkunde en natuurkunde Leert de talen op locatie door onderdompeling Is creatief, ambachtelijk, technologisch emotioneel of spiritueel begaafd Is een laatbloeier |
Woorddenker:
auditief volgordelijk Sterke linker hersenhelft Denkt primair in woorden Is auditief sterk Kan goed met tijd omgaan Leert stapje voor stapje Leert met vallen en opstaan Presteert goed als moeilijkheidsgraad geleidelijk wordt verhoogd Is een analytische denker Werkt vanuit onderdelen naar het geheel. Schenkt aandacht aan details Volgt mondelinge instructies goed op Kan goed rekenen Kan klanken gemakkelijk herkennen Kan woorden spellend uitspreken Kan snel en netjes schrijven Is goed georganiseerd Kan stappen in het werk makkelijk verduidelijken Kan goed uit het hoofd leren, stampen Goed auditief korte termijn geheugen Heeft soms herhaling nodig om het geleerde te blijven onthouden Leert goed via instructie Leert onafhankelijk van emotionele reacties Voelt zich goed bij één juist antwoord Ontwikkelt zich redelijk evenwichtig Haalt in de regel hoge cijfers Geniet van algebra en scheikunde Leert de talen in de klas/les door onderwijs Is academisch getalenteerd Is een vroegbloeier |
Bron: Silverman, L.K. (2002). Upside-Down Brilliance: The Visual -Spatial Learner. Nederlands:
“Vertaald t.b.v. lezing voor Maria J.Krabbe Stichting Driebergen 22 november 2005 Linda Kreger Silverman Ph.D”. Omgekeerd Briljant: Lezing Linda Kreger-Silverman Ph.D. : The Visual-Spatial learner
“Vertaald t.b.v. lezing voor Maria J.Krabbe Stichting Driebergen 22 november 2005 Linda Kreger Silverman Ph.D”. Omgekeerd Briljant: Lezing Linda Kreger-Silverman Ph.D. : The Visual-Spatial learner
Wat is beelddenken
Beelddenkers…mensen met een prachtig talent! Mensen die onbewust 32 keer zo snel denken als woorddenkers. Mensen die totaalplaatjes zien en daarnaartoe werken. Creatieve mensen. Inventieve mensen.
Maar…het kan ook erg lastig zijn om anders te denken dan de meeste andere mensen.
Soms komt er minder uit een leerling dan ouders en school verwachten of schommelen de prestaties. De ene keer lukt het wel, dan weer niet. “Het zit er wel in maar het komt er niet uit” horen we vaak. Eindeloos oefenen volgens de methode van school levert niets op zodat ze geen zin meer hebben zich ervoor in te spannen. En geef
ze eens ongelijk…
Vaak is niet de leerstof het probleem (beelddenkers zijn vaak erg slimme kinderen) maar de manier van aanbieden en verwerken van de stof. Het onderwijs biedt leerstof talig aan: gestructureerd, in kleine porties met accent op de
verschillen. Op deze manier wordt het lesmateriaal begrepen en onthouden. Beelddenkers denken liever in beelden: ze willen overzicht, werken vanuit het geheel en zoeken de samenhang.
De methode "Ik leer anders"
vertaalt de lesstof naar de manier van denken van uw kind en biedt direct resultaat. Doordat de lesstof op de juiste manier aangeboden wordt, kunt u meteen zien dat deze leermethode werkt. Dus geen eindeloos traject zonder resultaat. Wanneer er overgeschakeld wordt naar het juiste informatiesysteem (visueel) wordt de lesstof direct begrepen en onthouden. Het kind voelt zich weer begrepen. Hierdoor worden veel problemen op school en met gedrag opgelost.
Voordelen
Bij beelddenkers is de rechter hersenhelft beduidend sterker. Dit biedt grote voordelen, waarmee de gebreken van de zwakkere linker hersenhelft worden gecompenseerd! Zo zijn leerproblemen te voorkomen. Op latere leeftijd beoefenen beelddenkers vaak creatieve beroepen, zij worden bijvoorbeeld architect, ontwerper, aannemer, tekstschrijver, kunstenaar, muzikant, cabaretier en ICT-er.
Ritme
Beelddenkers hebben vaak gevoel voor muziek. Het herkennen van klanken en ritmegevoel zit in de rechter hersenhelft. Hiermee kan fonetisch op klank (alfabet-lied) worden geleerd.
Ruimtelijk inzicht
Driedimensionaal kijken is moeilijk voor te stellen, wanneer u geen beelddenker bent. Op deze manier kan iemand een object van verschillende kanten bekijken, zonder uit zijn/haar stoel te komen. Dit betekent ook dat die persoon oplossingen ziet voor problemen, die andere niet kunnen bedenken of zelfs kunnen begrijpen.
Denken vanuit totaalbeeld
Een beeld is een vast gegeven (als een foto). Door het in stukjes te hakken wordt het beeld juist onduidelijker. Een beelddenker kan dus ineens een oplossing voor zich zien, zonder dat hij kan verklaren hoe hij daar toe is gekomen. In de klas is dit soms een probleem, omdat alles moet worden onderbouwd. Op het werk begrijpen collega’s vaak niet wat je bedoelt.
Verbeelding
Beelddenkers kunnen buiten de kaders denken en zij zeer creatief. Ook gebruik maken zij vaak
gebruik van leuke, originele woordspelingen.
Beleving
De wereld niet beredeneren maar beleven; ‘go with the flow!’
Geweldige fantasie
Dagdromen. In deze fantasiewereld kan alles. Er bestaan geen vaste regels. Vraag daarom bij onbegrijpelijk gedrag wat er in het hoofd om gaat. Dit verklaart vaak een hoop.
Kleur
Tekenen, schilderen, ontwerpen. Uitstekend schaduwen kunnen plaatsen, kleuren mengen.
Nadelen van beelddenken
De sterke rechterhersenhelft van de beelddenker heeft jammer genoeg vaak tot gevolg dat de linkerhersenhelft zwakker ontwikkeld is. De ene beelddenker heeft hier minder last van dan de andere. Eigenschappen van een persoon, die in beelden denkt:
problemen met taal; problemen met rekenen; slechte planning; weinig tijdsbesef; denken vanuit totaalbeeld;
details over het hoofd zien; primair voorkeursdenken.
Taal, mogelijk dyslexie:
Beelddenkers zien letters als losse plaatjes. Volgens kleine kinderen: “De letters zijn bijna allemaal hetzelfde,
want b = d = p = q”. Klanken worden daarom niet op de juiste wijze aan deze plaatjes gekoppeld. Als beelddenkers lezen, slaan ze vaak de woorden zonder beeld over (woorden als ‘de’, ‘het’,‘dat’ en ‘hulpwerkwoorden’).
Als ze stil lezen, kunnen ze dus heel snel lezen. Wanneer uw k kind moeite heeft met taal, kan hij/zij na de training ‘Ik leer anders’ bijna altijd direct sneller hardop lezen (één of twee AVI-niveaus) en woorden (dictee) leren
onthouden via woordbeelden.
Rekenen, mogelijk dyscalculie
Cijfers zijn abstract, dat maakt rekenen voor veel beelddenkers moeilijk. Daarnaast kunnen beelddenkers juist in rekenen uit blinken, doordat zij het zien als puzzelen! Veel beelddenkers leren fonetisch (op klank). Bij 25 hoort u eerst de vijf en dan pas de twee. Toch schrijft u 2-5. Vaak schrijven beelddenkers eerst de vijf en dan de twee ervoor. Of op jonge leeftijd: 5-2. Cijfers staan bij beelddenkers vaak niet achter elkaar, het zijn losse plaatjes. Zo klinkt 28
hoger dan 30 (30 is een drie met een nul, drie dus). Leren rekenen gaat makkelijker met behulp van het cijferveld (totaalbeeld). Tafels kunnen visueel opgeslagen worden met deze leermethode. Breuken vermenigvuldigen, delen,
optellen of aftrekken, kan de kindercoach in één sessie duidelijk maken.
Slechte planning en weinig tijdsbesef
Beelddenkers staan bekend om chaos! Werken met visuele planborden, taken afbakenen en de dagindeling helder houden, kan de nodige rust opleveren. Bij beelddenkers draait de interne klok vaak te snel. Daarom worden er onmogelijk veel zaken op een dag gepland. Of worden taken tegelijkertijd uitgevoerd. Dit kan zeer uitputtend
zijn. Voor kleine kinderen kan de tijd visueel gemaakt worden met bijvoorbeeld een grip-op-de tijd-horloge. Tijdens de training ‘Ik leer anders’ leren kinderen klokkijken.
Denken vanuit totaalbeeld
Een niet-beelddenker verzamelt informatie en maakt daar een geheel van. Een beelddenker kijkt vanuit een totaalbeeld en bouwt dit niet op vanuit losse deeltjes. Hij/zij is wel in staat om vanuit een geheel terug te beredeneren (omgekeerd leren). In het onderwijs wordt informatie altijd opgebouwd, een bijna onmogelijke opgave voor een beelddenker. Beelddenkers kunnen zichzelf aanleren om eerst het totaalbeeld te overzien (samenvatting hoofdstuk of boek, alfabet, cijferveld 1-100) en vervolgens terug te beredeneren om de lesstof in de klas te kunnen volgen.
Details over het hoofd zien
Een beelddenker ziet het totaal en heeft weinig oog voor details. Zij kunnen vaak handig gebruik maken van bijvoorbeeld computers, spellingcheck en controle door derden
Primair voorkeursdenken
Direct behoeften willen vervullen, heeft impulsief gedrag als gevolg. Daarom is het moeilijk om geduld op te brengen.