PODcast een positieve kijk op hoogbegaafdheid
Zorgbreed Special over zelfregulering
zorgbreed_68.pdf | |
File Size: | 1948 kb |
File Type: |
Tijdschrift Talent - maart 2018
talt201802_p04-05_destelling.pdf | |
File Size: | 544 kb |
File Type: |
'Mijn hoogbegaafde kind & ik'
Mijn bescheiden bijdrage aan het boek
'Onderwijs aan hoogbegaafden, spil voor onderwijsvernieuwing'
Tafel 36 .
De mening van Ramaut, Ans
De mening van Ramaut, Ans
Ramaut, Ans: ‘Het onderwijs aan hoogbegaafden kan zeker van betekenis zijn voor het onderwijs in de gehele school! Vertrekken vanuit talenten van kinderen (Meervoudige intelligentie Gardner), kinderen een groei-mindset aanleren (Mindset, Carol Dweck), doorzettingsvermogen en geheugen trainen, leren omgaan met falen en leren van fouten, leren omgaan met stress-situaties en frustratie, executieve functies trainen (Slim maar, Peg Dawson), kinderen eigen verantwoordelijkheid geven in het leerproces, zinvol en betekenisvol lesgeven, het volgen van een eigen leerlijn, het rekening houden met verschillende leerstijlen, leren samenwerken, aan de slag met leermotivatie van kinderen door reflecteren, stimuleren en positieve feedback op proces en minder focus op resultaat, opbouw in zelfstandig werken, … allemaal heel belangrijke zaken bij het begeleiden van hoogbegaafde kinderen maar zeer zeker ook van toepassing voor alle andere kinderen in de klas!
Ik sta al 12 jaar in het speciaal basisonderwijs en ook daar ging ik met al deze bovenstaande punten aan de slag in een klas met speciale kinderen. Daarnaast werk ik met hoogbegaafde kinderen in de plusklas en individuele begeleidingen, kampen en scholen.
Wat wel heel specifiek met hoogbegaafde kinderen zou moeten gebeuren is het rekening houden met hun topdown manier van leren en denken, hun snelle verwerking, minder behoefte aan herhaling, diepere interesse in allerlei zaken, ontzettende ontdekkings- en scheppingsdrang! Dat betekent dus het anders aanbieden van leerstof wat niet voor alle kinderen toepasbaar is gezien veel kinderen bottom-up leren, kleinere stapjes nodig en meer herhaling nodig hebben.
Als je hoogbegaafde kinderen een eigen leerlijn kunt laten volgen door de digitale mogelijkheden van vandaag, is het ook maar een kleine stap om ook de andere kinderen een eigen leerlijn te laten volgen, denk maar aan de digitale gevulde leerlijnen van EXOVA. Daarbij zullen ook heel veel kinderen die moeilijker leren veel beter tot hun recht komen. Die kinderen worden nu nog gedwongen vaak tot groep zes de gemiddelde leerlijn te volgen en lopen daarbij jaren op hun tenen en dat komt hun geluk en welbevinden zeker niet ten goede. Deze kinderen voelen zich jaren op rij dom, ongelukkig, krijgen gedragsproblemen en belanden uiteindelijk op het speciaal onderwijs, terwijl ze gemakkelijk al veel sneller hun eigen leerlijn zouden kunnen volgen en daardoor het gevoel zouden krijgen er ook toe te doen. De kinderen zouden op hun eigen school in hun eigen buurt kunnen blijven.
Kinderen moeten de mogelijkheid krijgen zich op hun eigen tempo op hun eigen niveau te ontwikkelen. Wij moeten daarbij onze controle en begrenzing vervangen door het bieden van ruimte en vertrouwen. Zodra je stopt met het vergelijken van kinderen ten opzichte van elkaar zijn er geen excellente of moeilijk leren kinderen meer! Alleen lerende kinderen! Ze worden weer eigenaar van hun eigen leerproces en hun ontwikkeling staat centraal, niet de methode.
Iets wat al heel gewoon is binnen het HB onderwijs is de veranderende rol van de leerkracht. In plusklassen of fulltime HB onderwijs staat de leerkracht niet frontaal voor de klas, maar is eerder een coach, een mentor, een begeleider en organisator van rijke leeractiviteiten. Ook die veranderende rol van de leerkracht is het belichten waard voor de hele school.
Ik denk verder aan het leren denken, wat belangrijk is voor hoogbegaafde kinderen maar net zo goed voor alle kinderen. Leren filosoferen, je mening leren vormen en kritisch denken, leren debatteren en discussiëren, denkvragen leren opstellen (Taxonomie van Bloom), verschillende standpunten in leren nemen (Denkhoeden van De Bono), creatief, praktisch en analytisch leren denken (Denkvaardigheden Sternberg).
Metacognitieve vaardigheden (Taxonomie van Brown) trainen zou ook een heel belangrijk punt moeten zijn op de basisschool. Kinderen al jong leren nadenken over hun eigen leren, ze de kracht leren van hun eigen gedachten (Denk goed, voel je goed; Stallard), leren reflecteren op hun leerproces zijn heel belangrijke vaardigheden als je kinderen een eigen leerlijn wil laten volgen, gecombineerd met een goede opbouw van zelfstandig werken en zelfverantwoordelijkheid voor je leerproces, zelfregulatie en problem solving. Ook dit geldt voor alle kinderen.
Slimme kinderen leren vaak niet leren, het gaat allemaal vanzelf, ze kijken er eens naar en ze kunnen het… of ze lezen een tekst één keer en weten het… maar deze leermanier blijkt gaandeweg het VO niet voldoende en dan lopen deze kinderen vast omdat ze niet weten hoe je leert, hoe je samenvat, hoe je iets kunt structureren zodat je het beter kunt onthouden, ze weten niet hoe ze gebruik kunnen maken van hun beelddenkvermogen,… ook het bewust aanleren van leer-en werkstrategieën is belangrijk voor alle kinderen! Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Kinderen krijgen leerstof meer naar huis en er wordt vanuit gegaan dat iedereen wel weet hoe ze dit moeten leren, bijvoorbeeld topo.
Verder zouden kinderen op school ook levensvaardigheden moeten leren. Hoe wordt je een gelukkig mens. Dit is bij mij in de plusklas een zeer belangrijk punt in de begeleiding van slimme kinderen. Veel kinderen zijn echt niet vanzelf gelukkig! Gelukkig zijn kun je leren. Boeken als ‘De 7 eigenschappen van happy kids’ (Covey), ‘Geen excuus’ (Dr Wayne W.Dyer), ‘Tijger Tijger, is het waar?’ (Katie en Wilhelm), ‘Je fantastische elastische brein’ (Joann Deak), zijn een kleine greep uit boeken die centraal zouden kunnen staan bij het aanleren van deze levensvaardigheden. Maar ook veel levensverhalen van succesvolle mensen, of filmpjes van inspirerende mensen/kinderen,… kunnen gebruikt worden. Methodes als de gelukskoffer, gelukskunde en lessen in geluk, kunnen als bron dienen.
Ook aandacht voor de gevoeligheden van kinderen is belangrijk. Hoogbegaafde kinderen zijn vaak ook hoogsensitief. Maar ook andere kinderen kunnen ontzettend gevoelig zijn voor verschillende zaken maar zeker ook voor sfeer in de klas, in de school, bedoelingen, intonatie, (on)bewust voorbeeld van de leerkracht. Kinderen zijn van nature beelddenkers. De kracht van dat beelddenken gaat nu verloren in het overwegend talige aanbod, ook voor de kracht van andere gevoeligheden, fysiek, zintuigelijk en intellectueel, (Dabrwoski) is nu nog veel te weinig aandacht op scholen. Scholen luisteren te weinig naar de indrukken, meningen, ervaringen, zienswijzen van kinderen! Kinderen moeten veel meer betrokken worden en inspraak krijgen over de manier waarop zij hun dagen op school doorbrengen en hoe we dat zouden kunnen inrichten.
Naar aanleiding van het niet kunnen stilzitten, friemelen, nagelbijten, mouwen sabbelen, ADHD vermoedens, actieve en energieke van deze kinderen: meer bewegingsmogelijkheden, bewegend leren, onderzoekend en ontdekkend leren, alle zintuigen mogen gebruiken, spontaan, enthousiast en energiek mogen zijn, bewegingsvrijheid hebben.
Aandacht voor omgeving, sfeer, kleur, natuurbeleving, aandacht voor creativiteit van kinderen, mogen zijn wie je bent, een sfeer creëren waarin dat ook kan, stimuleren van gevoelens, aanvaarden van gevoelens en de intensiteit daarvan, … niet denken in belemmeringen, onmogelijkheden, stempels, … maar in talenten en mogelijkheden van kinderen!’
Ik sta al 12 jaar in het speciaal basisonderwijs en ook daar ging ik met al deze bovenstaande punten aan de slag in een klas met speciale kinderen. Daarnaast werk ik met hoogbegaafde kinderen in de plusklas en individuele begeleidingen, kampen en scholen.
Wat wel heel specifiek met hoogbegaafde kinderen zou moeten gebeuren is het rekening houden met hun topdown manier van leren en denken, hun snelle verwerking, minder behoefte aan herhaling, diepere interesse in allerlei zaken, ontzettende ontdekkings- en scheppingsdrang! Dat betekent dus het anders aanbieden van leerstof wat niet voor alle kinderen toepasbaar is gezien veel kinderen bottom-up leren, kleinere stapjes nodig en meer herhaling nodig hebben.
Als je hoogbegaafde kinderen een eigen leerlijn kunt laten volgen door de digitale mogelijkheden van vandaag, is het ook maar een kleine stap om ook de andere kinderen een eigen leerlijn te laten volgen, denk maar aan de digitale gevulde leerlijnen van EXOVA. Daarbij zullen ook heel veel kinderen die moeilijker leren veel beter tot hun recht komen. Die kinderen worden nu nog gedwongen vaak tot groep zes de gemiddelde leerlijn te volgen en lopen daarbij jaren op hun tenen en dat komt hun geluk en welbevinden zeker niet ten goede. Deze kinderen voelen zich jaren op rij dom, ongelukkig, krijgen gedragsproblemen en belanden uiteindelijk op het speciaal onderwijs, terwijl ze gemakkelijk al veel sneller hun eigen leerlijn zouden kunnen volgen en daardoor het gevoel zouden krijgen er ook toe te doen. De kinderen zouden op hun eigen school in hun eigen buurt kunnen blijven.
Kinderen moeten de mogelijkheid krijgen zich op hun eigen tempo op hun eigen niveau te ontwikkelen. Wij moeten daarbij onze controle en begrenzing vervangen door het bieden van ruimte en vertrouwen. Zodra je stopt met het vergelijken van kinderen ten opzichte van elkaar zijn er geen excellente of moeilijk leren kinderen meer! Alleen lerende kinderen! Ze worden weer eigenaar van hun eigen leerproces en hun ontwikkeling staat centraal, niet de methode.
Iets wat al heel gewoon is binnen het HB onderwijs is de veranderende rol van de leerkracht. In plusklassen of fulltime HB onderwijs staat de leerkracht niet frontaal voor de klas, maar is eerder een coach, een mentor, een begeleider en organisator van rijke leeractiviteiten. Ook die veranderende rol van de leerkracht is het belichten waard voor de hele school.
Ik denk verder aan het leren denken, wat belangrijk is voor hoogbegaafde kinderen maar net zo goed voor alle kinderen. Leren filosoferen, je mening leren vormen en kritisch denken, leren debatteren en discussiëren, denkvragen leren opstellen (Taxonomie van Bloom), verschillende standpunten in leren nemen (Denkhoeden van De Bono), creatief, praktisch en analytisch leren denken (Denkvaardigheden Sternberg).
Metacognitieve vaardigheden (Taxonomie van Brown) trainen zou ook een heel belangrijk punt moeten zijn op de basisschool. Kinderen al jong leren nadenken over hun eigen leren, ze de kracht leren van hun eigen gedachten (Denk goed, voel je goed; Stallard), leren reflecteren op hun leerproces zijn heel belangrijke vaardigheden als je kinderen een eigen leerlijn wil laten volgen, gecombineerd met een goede opbouw van zelfstandig werken en zelfverantwoordelijkheid voor je leerproces, zelfregulatie en problem solving. Ook dit geldt voor alle kinderen.
Slimme kinderen leren vaak niet leren, het gaat allemaal vanzelf, ze kijken er eens naar en ze kunnen het… of ze lezen een tekst één keer en weten het… maar deze leermanier blijkt gaandeweg het VO niet voldoende en dan lopen deze kinderen vast omdat ze niet weten hoe je leert, hoe je samenvat, hoe je iets kunt structureren zodat je het beter kunt onthouden, ze weten niet hoe ze gebruik kunnen maken van hun beelddenkvermogen,… ook het bewust aanleren van leer-en werkstrategieën is belangrijk voor alle kinderen! Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Kinderen krijgen leerstof meer naar huis en er wordt vanuit gegaan dat iedereen wel weet hoe ze dit moeten leren, bijvoorbeeld topo.
Verder zouden kinderen op school ook levensvaardigheden moeten leren. Hoe wordt je een gelukkig mens. Dit is bij mij in de plusklas een zeer belangrijk punt in de begeleiding van slimme kinderen. Veel kinderen zijn echt niet vanzelf gelukkig! Gelukkig zijn kun je leren. Boeken als ‘De 7 eigenschappen van happy kids’ (Covey), ‘Geen excuus’ (Dr Wayne W.Dyer), ‘Tijger Tijger, is het waar?’ (Katie en Wilhelm), ‘Je fantastische elastische brein’ (Joann Deak), zijn een kleine greep uit boeken die centraal zouden kunnen staan bij het aanleren van deze levensvaardigheden. Maar ook veel levensverhalen van succesvolle mensen, of filmpjes van inspirerende mensen/kinderen,… kunnen gebruikt worden. Methodes als de gelukskoffer, gelukskunde en lessen in geluk, kunnen als bron dienen.
Ook aandacht voor de gevoeligheden van kinderen is belangrijk. Hoogbegaafde kinderen zijn vaak ook hoogsensitief. Maar ook andere kinderen kunnen ontzettend gevoelig zijn voor verschillende zaken maar zeker ook voor sfeer in de klas, in de school, bedoelingen, intonatie, (on)bewust voorbeeld van de leerkracht. Kinderen zijn van nature beelddenkers. De kracht van dat beelddenken gaat nu verloren in het overwegend talige aanbod, ook voor de kracht van andere gevoeligheden, fysiek, zintuigelijk en intellectueel, (Dabrwoski) is nu nog veel te weinig aandacht op scholen. Scholen luisteren te weinig naar de indrukken, meningen, ervaringen, zienswijzen van kinderen! Kinderen moeten veel meer betrokken worden en inspraak krijgen over de manier waarop zij hun dagen op school doorbrengen en hoe we dat zouden kunnen inrichten.
Naar aanleiding van het niet kunnen stilzitten, friemelen, nagelbijten, mouwen sabbelen, ADHD vermoedens, actieve en energieke van deze kinderen: meer bewegingsmogelijkheden, bewegend leren, onderzoekend en ontdekkend leren, alle zintuigen mogen gebruiken, spontaan, enthousiast en energiek mogen zijn, bewegingsvrijheid hebben.
Aandacht voor omgeving, sfeer, kleur, natuurbeleving, aandacht voor creativiteit van kinderen, mogen zijn wie je bent, een sfeer creëren waarin dat ook kan, stimuleren van gevoelens, aanvaarden van gevoelens en de intensiteit daarvan, … niet denken in belemmeringen, onmogelijkheden, stempels, … maar in talenten en mogelijkheden van kinderen!’