Een jaartje langer kleuteren?
door: Renata Hamsikova
Regelmatig spreek of schrijf ik met ouders wiens kind één jaar langer zou moeten kleuteren. Het is een advies van de school, omdat desbetreffende jongen of meisje niet sterk in zijn/haar schoenen zou staan en omdat hij/zij niet sociaal vaardig zou zijn. Ik ken veel hoogbegaafde kinderen, vooral jongens, die één jaar langer hebben gekleuterd. De ouders vonden het toendertijd prima, omdat ze het oordeel van de “experts” op school geloofden. Ze stonden er niet bij stil hoe schadelijk dit zou kunnen zijn.
Een jaartje langer kleuteren is misschien wel de meest schadelijke praktijk ten opzichte van hoogbegaafde jongens. Deze handelwijze is meestal gebaseerd op verhalen van andere ouders of leerkrachten over kinderen waar het niet zo goed mee is gegaan. Men denkt dat het niet goed is gegaan omdat het kind in kwestie niet rijp genoeg was voor de volgende groep en dat het niet sociaal sterk was. De wetenschappelijke onderbouwing voor deze gang van zaken ontbreekt echter – integendeel: er zijn overtuigende bewijzen voor het feit dat langer kleuteren schadelijk is voor de intellectuele, emotionele en sociale ontwikkeling van een kind (Brent, May & Kundert, 1996).
Vaak zeggen ouders en leerkrachten dat het hen vooral om de sociale ontwikkeling gaat en dat zij willen dat hun zoon/leerling leert met andere kinderen op te schieten. Helaas is dit vaak geheimtaal voor: “Wij willen dat hij mee kan komen bij het voetballen”. Het komt echter ook voor dat ouders, verontrust door de aandacht in de media voor pesterijen op school, hun zoon een jaar langer laten kleuteren omdat zij bang zijn dat hij gepest zal worden door grotere kinderen.
Ook leerkrachten en schooldirecties hebben de neiging jongens langer te laten leren lezen, later in hun sociale en emotionele ontwikkeling, en lichamelijk actiever dan meisjes. Hoogbegaafde jongens kunnen doorgaans eerder lezen dan jongens met een gemiddelde intelligentie (al wil dat niet zeggen dat ze ook eerder kunnen lezen dan hoogbegaafde meisjes).
In het boek Smart Boys van Barbara A. Kerr en Sanford J. Cohn (2001) kwam ik een opsomming tegen van feiten met betrekking tot langer kleuteren.
Om al deze redenen is langer kleuteren voor begaafde jongens af te raden. In het slechtste geval ontwikkelt een begaafde jongen die langer heeft gekleuterd zich tot een grote, verveelde en ongelukkige pestkop. Omdat hij groter en verder ontwikkeld is dan de andere jongens, wordt zo’n jongen voortdurend gefrustreerd: zijn klasgenoten kunnen niet meepraten over de dingen die hem interesseren en niet de spelletjes doen die hij leuk vindt. Zij kunnen hem niet bijhouden op het speelplein en niet in videogames, ze begrijpen niets van de films die hij leuk vindt, ze luisteren niet naar dezelfde muziek en ze lezen niet dezelfde boeken. Als gevolg daarvan kan hij gaan proberen de baas over de andere jongens te spelen door ze fysiek te intimideren of ze te bedelven onder kritiek vanwege wat hij ervaart als hun onwetendheid.
De kans is groot dat een jongen die langer heeft gekleuterd, zich op school verschrikkelijk verveelt. Als hij met zes of zeven jaar nog in een kleutergroep zit, kan hij misschien al een jaar of drie lezen. Toch staat dat dan pas een jaar later op het programma. Waarschijnlijk gaat hij met hoge verwachtingen naar groep 1 – om er al snel achter te komen dat ze alleen maar “kinderachtige” dingen doen: kleuren, letters en cijfers leren. Die kent hij al sinds zijn tweede of derde jaar. Hij probeert zichzelf te vermaken met fysieke bezigheden zoals opspringen, zijn handen in de lucht steken en roepen – maar dat levert hem alleen maar afkeuring op. Het gevolg is dat hij, zelfs door goedbedoelende leerkrachten, er constant aan wordt herinnerd dat hij stil moet zitten en rustig moet zijn.
Het duurt dan ook niet lang voor zo’n jongen een hekel krijgt aan school en vaak ook aan andere kinderen. Binnen een paar jaar zal hij onuitstaanbaar zijn voor zijn leerkrachten – een schoolvoorbeeld van een slimme onderpresteerder die steeds maar weer kans ziet hun zwakke plekken te vinden en hun lessen voor de andere kinderen in de klas te verstoren. Dit is het soort jongen dat figureert in het negatieve stereotype van hoogbegaafdheid dat soms wordt gebruikt als argument om de andere leerbehoeften van hoogbegaafde kinderen te negeren. Daarom is het belangrijk te weten hoe jonge hoogbegaafde jongens zich van nature gedragen.
Renata Hamsikova heeft het adviesbureau IEKU Advies in de gemeente Hoorn (NH). Ze begeleidt uitzonderlijk begaafde en hoogbegaafde kinderen, adviseert aan ouders en scholen. Meer over Renata en haar bedrijf kun je vinden op www.ieku.nl
door: Renata Hamsikova
Regelmatig spreek of schrijf ik met ouders wiens kind één jaar langer zou moeten kleuteren. Het is een advies van de school, omdat desbetreffende jongen of meisje niet sterk in zijn/haar schoenen zou staan en omdat hij/zij niet sociaal vaardig zou zijn. Ik ken veel hoogbegaafde kinderen, vooral jongens, die één jaar langer hebben gekleuterd. De ouders vonden het toendertijd prima, omdat ze het oordeel van de “experts” op school geloofden. Ze stonden er niet bij stil hoe schadelijk dit zou kunnen zijn.
Een jaartje langer kleuteren is misschien wel de meest schadelijke praktijk ten opzichte van hoogbegaafde jongens. Deze handelwijze is meestal gebaseerd op verhalen van andere ouders of leerkrachten over kinderen waar het niet zo goed mee is gegaan. Men denkt dat het niet goed is gegaan omdat het kind in kwestie niet rijp genoeg was voor de volgende groep en dat het niet sociaal sterk was. De wetenschappelijke onderbouwing voor deze gang van zaken ontbreekt echter – integendeel: er zijn overtuigende bewijzen voor het feit dat langer kleuteren schadelijk is voor de intellectuele, emotionele en sociale ontwikkeling van een kind (Brent, May & Kundert, 1996).
Vaak zeggen ouders en leerkrachten dat het hen vooral om de sociale ontwikkeling gaat en dat zij willen dat hun zoon/leerling leert met andere kinderen op te schieten. Helaas is dit vaak geheimtaal voor: “Wij willen dat hij mee kan komen bij het voetballen”. Het komt echter ook voor dat ouders, verontrust door de aandacht in de media voor pesterijen op school, hun zoon een jaar langer laten kleuteren omdat zij bang zijn dat hij gepest zal worden door grotere kinderen.
Ook leerkrachten en schooldirecties hebben de neiging jongens langer te laten leren lezen, later in hun sociale en emotionele ontwikkeling, en lichamelijk actiever dan meisjes. Hoogbegaafde jongens kunnen doorgaans eerder lezen dan jongens met een gemiddelde intelligentie (al wil dat niet zeggen dat ze ook eerder kunnen lezen dan hoogbegaafde meisjes).
In het boek Smart Boys van Barbara A. Kerr en Sanford J. Cohn (2001) kwam ik een opsomming tegen van feiten met betrekking tot langer kleuteren.
- Intelligentie is een belangrijke factor bij het bepalen van schoolrijpheid. Voor begaafde jongens kan het beter zijn om eerder naar de basisschool te gaan, zeker als ze al op een peuterspeelzaal zijn geweest (Gullo & Burton, 1992).
- De opvatting dat oudere kinderen in het voordeel zijn op school klopt niet altijd. Hoewel dit gemiddeld gesproken zo kan zijn gedurende de eerste schooljaren, blijkt uit de praktijk dat jonge begaafde kinderen het op school meestal beter doen dan oudere kinderen met een gemiddelde intelligentie.
- De sociale nadelen verdwijnen voor kinderen die jonger zijn doorgaans tegen de tijd dat een kind in groep 3 zit. Dit kan bij begaafde jongens ook zo gaan, mits zij niet al te verschillend zijn in andere opzichten. In een onderzoek van Spitzer, Cupp en Parke (1995) bleek er geen verschil te zijn in populariteit in de klas en bij leerkrachten, en in schoolcijfers tussen jongere en oudere hoogbegaafde kinderen.
- Uit onderzoek is gebleken dat uitstel van naar de basisschool gaan tot gevolg kan hebben dat een jongen het later minder goed doet op school, zowel op sociaal als op leergebied. DeMeis en Stearns (1992). Jongens die later naar groep 1 gingen werden later in hun schooltijd vaker aangemeld voor onderzoek naar leermoeilijkheden en psychosociale ontwikkeling en zij werden minder vaak onderzocht op hun mogelijkheden om deel te nemen aan een programma voor begaafde leerlingen dan jongens die op de normale leeftijd naar de basisschool waren gegaan.
Om al deze redenen is langer kleuteren voor begaafde jongens af te raden. In het slechtste geval ontwikkelt een begaafde jongen die langer heeft gekleuterd zich tot een grote, verveelde en ongelukkige pestkop. Omdat hij groter en verder ontwikkeld is dan de andere jongens, wordt zo’n jongen voortdurend gefrustreerd: zijn klasgenoten kunnen niet meepraten over de dingen die hem interesseren en niet de spelletjes doen die hij leuk vindt. Zij kunnen hem niet bijhouden op het speelplein en niet in videogames, ze begrijpen niets van de films die hij leuk vindt, ze luisteren niet naar dezelfde muziek en ze lezen niet dezelfde boeken. Als gevolg daarvan kan hij gaan proberen de baas over de andere jongens te spelen door ze fysiek te intimideren of ze te bedelven onder kritiek vanwege wat hij ervaart als hun onwetendheid.
De kans is groot dat een jongen die langer heeft gekleuterd, zich op school verschrikkelijk verveelt. Als hij met zes of zeven jaar nog in een kleutergroep zit, kan hij misschien al een jaar of drie lezen. Toch staat dat dan pas een jaar later op het programma. Waarschijnlijk gaat hij met hoge verwachtingen naar groep 1 – om er al snel achter te komen dat ze alleen maar “kinderachtige” dingen doen: kleuren, letters en cijfers leren. Die kent hij al sinds zijn tweede of derde jaar. Hij probeert zichzelf te vermaken met fysieke bezigheden zoals opspringen, zijn handen in de lucht steken en roepen – maar dat levert hem alleen maar afkeuring op. Het gevolg is dat hij, zelfs door goedbedoelende leerkrachten, er constant aan wordt herinnerd dat hij stil moet zitten en rustig moet zijn.
Het duurt dan ook niet lang voor zo’n jongen een hekel krijgt aan school en vaak ook aan andere kinderen. Binnen een paar jaar zal hij onuitstaanbaar zijn voor zijn leerkrachten – een schoolvoorbeeld van een slimme onderpresteerder die steeds maar weer kans ziet hun zwakke plekken te vinden en hun lessen voor de andere kinderen in de klas te verstoren. Dit is het soort jongen dat figureert in het negatieve stereotype van hoogbegaafdheid dat soms wordt gebruikt als argument om de andere leerbehoeften van hoogbegaafde kinderen te negeren. Daarom is het belangrijk te weten hoe jonge hoogbegaafde jongens zich van nature gedragen.
Renata Hamsikova heeft het adviesbureau IEKU Advies in de gemeente Hoorn (NH). Ze begeleidt uitzonderlijk begaafde en hoogbegaafde kinderen, adviseert aan ouders en scholen. Meer over Renata en haar bedrijf kun je vinden op www.ieku.nl