Kennisclips (hoog)begaafdheid
Communicatie met hoogbegaafde leerlingen
Hoogbegaafde leerlingen denken anders en communiceren daardoor ook anders. Door hun snelle manier van denken slaan ze in hun verhalen soms stappen over, waardoor hun betoog niet altijd goed te volgen is. Hoofd- en bijzaken kunnen ze moeilijk uit elkaar houden, wat nogal eens leidt tot uitweiden over details.
Hoogbegaafde kinderen doen het liefst alles op hun eigen manier. Ze voelen zich soms onbegrepen. Ze zijn verbaal sterk en stellen veelvuldig ‘waarom-vragen’ die niet of met veel moeite te beantwoorden zijn. Ze hebben een grote woordenschat.
Kenmerkend is ook hun aparte gevoel voor humor. Ze hebben belangstelling voor onderwerpen waar leeftijdgenoten nog geen interesse voor hebben. Ze gaan vaak liever om met oudere kinderen of volwassenen dan met leeftijdgenoten.
Ze zoeken grenzen op en kunnen moeilijk omgaan met ‘grijs gebied’. Aan elke regel moet de leerkracht een duidelijke consequentie koppelen, want een hoogbegaafde leerling redeneert: als er geen consequenties zijn, is er ook geen regel.
Hoogbegaafde kinderen doen het liefst alles op hun eigen manier. Ze voelen zich soms onbegrepen. Ze zijn verbaal sterk en stellen veelvuldig ‘waarom-vragen’ die niet of met veel moeite te beantwoorden zijn. Ze hebben een grote woordenschat.
Kenmerkend is ook hun aparte gevoel voor humor. Ze hebben belangstelling voor onderwerpen waar leeftijdgenoten nog geen interesse voor hebben. Ze gaan vaak liever om met oudere kinderen of volwassenen dan met leeftijdgenoten.
Ze zoeken grenzen op en kunnen moeilijk omgaan met ‘grijs gebied’. Aan elke regel moet de leerkracht een duidelijke consequentie koppelen, want een hoogbegaafde leerling redeneert: als er geen consequenties zijn, is er ook geen regel.
Stimuleren van cognitieve vaardigheden
Hoogbegaafde leerlingen hebben vaak een wat afwijkende manier van leren. Deze video gaat in op de vraag hoe leerkrachten kunnen aansluiten bij hun leerstijlen en -strategieën.
Wat zijn de kenmerken van hun cognitieve functioneren? Hoe stimuleer je bij een (hoog)begaafde leerling de ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden?
In het laatste geval gaat het om vaardigheden die een leerling nodig heeft om taken adequaat en op de goede manier te kunnen uitvoeren, zoals zelfstandig werken, zichzelf motiveren, overzicht houden, plannen en een uitgevoerde taak evalueren. Juist bij hoogbegaafde leerlingen schieten die vaardigheden soms te kort, omdat ze op jonge leeftijd redelijk gemakkelijk konden presteren.
Wat zijn de kenmerken van hun cognitieve functioneren? Hoe stimuleer je bij een (hoog)begaafde leerling de ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden?
In het laatste geval gaat het om vaardigheden die een leerling nodig heeft om taken adequaat en op de goede manier te kunnen uitvoeren, zoals zelfstandig werken, zichzelf motiveren, overzicht houden, plannen en een uitgevoerde taak evalueren. Juist bij hoogbegaafde leerlingen schieten die vaardigheden soms te kort, omdat ze op jonge leeftijd redelijk gemakkelijk konden presteren.
Sociaal-emotioneel en gedragsniveau
Hoogbegaafdheid kan gepaard gaan met sociaal-emotionele en gedragsmatige belemmeringen en problemen. Voorbeelden daarvan zijn druk of juist teruggetrokken gedrag, angst, boosheid, problemen in de communicatie en samenwerking met andere kinderen, het gevoel hebben anders te zijn, of moeite hebben met de veelheid aan indrukken die op hen afkomt. Ook perfectionisme, faalangst, concentratieproblemen en hypergevoeligheid komen verhoudingsgewijs vaak voor bij hoogbegaafde leerlingen.
In deze video ligt de nadruk op de verschillende manieren waarop je (hoog)begaafde leerlingen kunt coachen bij het omgaan met of aanpakken van die belemmeringen of problemen. Verder gaat de video over hoe je als leerkracht hun sociaal-emotionele ontwikkeling kunt bevorderen.
In deze video ligt de nadruk op de verschillende manieren waarop je (hoog)begaafde leerlingen kunt coachen bij het omgaan met of aanpakken van die belemmeringen of problemen. Verder gaat de video over hoe je als leerkracht hun sociaal-emotionele ontwikkeling kunt bevorderen.
Hoogbegaafdheid: een gave of een probleem ?
Voor hoogbegaafde leerlingen zal het onderwijsaanbod aangepast moeten worden. Dat kan aan de hand van versnellen, compacten en verrijken.
Versnellen
Versnellen kent diverse vormen:
Compacten
Hoogbegaafde leerlingen hebben bepaalde leereigenschappen die ‘gemiddelde’ leerlingen niet hebben. Zo hebben ze bijvoorbeeld weinig behoefte aan instructie en aan herhalings- en oefenstof, hebben ze een hoog werktempo en vaak een didactische voorsprong. Het is belangrijk om hier in de klas rekening mee te houden. Dat kan bijvoorbeeld door het onderwijsaanbod te compacten (in te dikken).
Verrijken
Hoogbegaafde leerlingen hebben vaak minder tijd nodig om de reguliere leerstof te doorlopen. De tijd die daardoor vrijkomt dient gevuld te worden met verrijking. Ook de tijd die vrijkomt door het compacten van de reguliere lesstof dient gevuld te worden met verrijking. Verrijkingsstof is lesstof die tegemoet komt aan de specifieke behoeften van (hoog)begaafde leerlingen zoals onder anderen een hoge mate van complexiteit en een hoog abstractieniveau. Het is van belang dat verrijkingsstof niet vrijblijvend wordt aangeboden, maar deel uitmaakt van het lespakket van de leerling en ook als zodanig wordt beoordeeld.
Video
Psychologe Lianne Hoogeveen, werkzaam bij het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) van de Radboud Universiteit Nijmegen, vertelt over hoe je hoogbegaafde kinderen herkent en over de voor- en nadelen van de drie vormen van onderwijsaanpassingen voor deze leerlingen.
Versnellen
Versnellen kent diverse vormen:
- Vervroegd instromen in groep 1
- Overslaan van een groep
- Doorlopen van meerdere groepen in een schooljaar
- Versnellen voor een bepaald vak
Compacten
Hoogbegaafde leerlingen hebben bepaalde leereigenschappen die ‘gemiddelde’ leerlingen niet hebben. Zo hebben ze bijvoorbeeld weinig behoefte aan instructie en aan herhalings- en oefenstof, hebben ze een hoog werktempo en vaak een didactische voorsprong. Het is belangrijk om hier in de klas rekening mee te houden. Dat kan bijvoorbeeld door het onderwijsaanbod te compacten (in te dikken).
Verrijken
Hoogbegaafde leerlingen hebben vaak minder tijd nodig om de reguliere leerstof te doorlopen. De tijd die daardoor vrijkomt dient gevuld te worden met verrijking. Ook de tijd die vrijkomt door het compacten van de reguliere lesstof dient gevuld te worden met verrijking. Verrijkingsstof is lesstof die tegemoet komt aan de specifieke behoeften van (hoog)begaafde leerlingen zoals onder anderen een hoge mate van complexiteit en een hoog abstractieniveau. Het is van belang dat verrijkingsstof niet vrijblijvend wordt aangeboden, maar deel uitmaakt van het lespakket van de leerling en ook als zodanig wordt beoordeeld.
Video
Psychologe Lianne Hoogeveen, werkzaam bij het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) van de Radboud Universiteit Nijmegen, vertelt over hoe je hoogbegaafde kinderen herkent en over de voor- en nadelen van de drie vormen van onderwijsaanpassingen voor deze leerlingen.
Onderpresteren
Hoogbegaafde kinderen die niet of onjuist in hun ontwikkeling gestimuleerd worden, gaan soms onderpresteren. Dat kan verschillende oorzaken hebben; het is een hele kunst te ontdekken waaraan het ligt.
Eén van de oorzaken van onderpresteren is dat hoogbegaafde leerlingen nooit echt geleerd hebben om te leren. Moeten andere kinderen de rijtjes in hun hoofden stampen, de hoogbegaafde leerling bekijkt slechts een keer een pagina en de topografie zit in zijn/haar hoofd. Op de basisschool heeft dit altijd nog tot goede cijfers geleid, eenmaal in het voortgezet onderwijs blijkt deze vorm van ‘leren’ niet meer voldoende te zijn. Sterker nog, het hoogbegaafde kind heeft nooit geleerd om te leren. De leraar en de ouders zullen het kind aansporen beter zijn/haar best te doen maar dit heeft een averechts effect. Het kind kan faalangst krijgen of depressief raken en kan uiteindelijk afhaken.
Hoogbegaafde Bryan vertelt in deze video hoe hij op de middelbare school alleen nog maar onvoldoendes haalde, bleef zitten en uiteindelijk vervroegd de school heeft verlaten.
Eén van de oorzaken van onderpresteren is dat hoogbegaafde leerlingen nooit echt geleerd hebben om te leren. Moeten andere kinderen de rijtjes in hun hoofden stampen, de hoogbegaafde leerling bekijkt slechts een keer een pagina en de topografie zit in zijn/haar hoofd. Op de basisschool heeft dit altijd nog tot goede cijfers geleid, eenmaal in het voortgezet onderwijs blijkt deze vorm van ‘leren’ niet meer voldoende te zijn. Sterker nog, het hoogbegaafde kind heeft nooit geleerd om te leren. De leraar en de ouders zullen het kind aansporen beter zijn/haar best te doen maar dit heeft een averechts effect. Het kind kan faalangst krijgen of depressief raken en kan uiteindelijk afhaken.
Hoogbegaafde Bryan vertelt in deze video hoe hij op de middelbare school alleen nog maar onvoldoendes haalde, bleef zitten en uiteindelijk vervroegd de school heeft verlaten.
Vooroordelen Hoogbegaafdheid
Wat zijn de feiten over hoogbegaafdheid, wat zijn verdraaide feiten en wat is er ronduit onzin? Via het vooroordelenspel komen leraren tot de juiste kennis.
In deze video zien we de ervaringen van leerkrachten die zo’n vooroordelenspel spelen. Begeleider Susanne Sjoers geeft achtergrondinformatie over hoe en waarom dit spel leerzaam en functioneel kan zijn.
In deze video zien we de ervaringen van leerkrachten die zo’n vooroordelenspel spelen. Begeleider Susanne Sjoers geeft achtergrondinformatie over hoe en waarom dit spel leerzaam en functioneel kan zijn.
Slimme leerlingen uitdagen
Slimme leerlingen uitdagen, hoe doe je dat? Niet zo zeer door extra vakken, maar door hen een andere manier van denken aan te leren. Het meeste onderwijs bestaat uit ‘lagere-orde denken’: onthouden, begrijpen en toepassen. Dat is nodig, maar vaak blijft het hierbij. Hoe kun je als leraar meer aandacht besteden aan analyseren, evalueren en creëren, de ‘hogere-orde denkvaardigheden’?
‘We laten leerlingen vragen beantwoorden, maar zinvoller is het om hen vragen te laten verzinnen’ vindt Minka Dumont, lerares van een Plusklas in Amstelveen. Op de Tweede Amstelveense Montessorischool komen hoogbegaafde leerlingen één ochtend in de week bij elkaar voor een speciaal programma. Tijdens deze ochtenden besteden de leraren zoveel mogelijk aandacht aan hogere-orde denkvaardigheden.
De leraren ontwikkelen hun onderwijs grotendeels zelf. Zo maakte Minka Dumont een zogenaamde ‘Bloomboxen’, gebaseerd op de taxonomie van Bloom, waarmee leerlingen leren om hogere-orde vragen te verzinnen. Ook ontwikkelde zij hierover ook app waarmee leerlingen elkaars inbreng zien en van elkaar kunnen leren.
‘We laten leerlingen vragen beantwoorden, maar zinvoller is het om hen vragen te laten verzinnen’ vindt Minka Dumont, lerares van een Plusklas in Amstelveen. Op de Tweede Amstelveense Montessorischool komen hoogbegaafde leerlingen één ochtend in de week bij elkaar voor een speciaal programma. Tijdens deze ochtenden besteden de leraren zoveel mogelijk aandacht aan hogere-orde denkvaardigheden.
De leraren ontwikkelen hun onderwijs grotendeels zelf. Zo maakte Minka Dumont een zogenaamde ‘Bloomboxen’, gebaseerd op de taxonomie van Bloom, waarmee leerlingen leren om hogere-orde vragen te verzinnen. Ook ontwikkelde zij hierover ook app waarmee leerlingen elkaars inbreng zien en van elkaar kunnen leren.