Masterclass 'mindset' van Carol Dweck Carol Dweck doet al zeer lang onderzoek naar de invloed van zelfbeeld en motivatie op prestaties. In 2006 publiceerde ze haar boek Mindset, The New Psychology of Succes, waarin ze de resultaten van haar onderzoek naar de invloed van mindset op prestaties presenteert. Ze onderscheidt daarin twee types mindset, namelijk de ‘fixed mindset’ en de ‘growth mindset’. Iemand met een fixed mindset is het eens met de stelling dat intelligentie en capaciteiten vaststaande gegevens zijn en niet verder ontwikkeld kunnen worden. De growth mindset gaat er vanuit dat intelligentie en capaciteiten ontwikkeld kunnen worden door er aan te werken. Dat de invloed van deze twee uitgangspunten op het prestatievermogen erg groot is, blijkt uit Dweck’s onderzoek. Ze heeft dezelfde test aan twee groepen voorgelegd, maar bij groep 1 was de inleidende tekst geschreven vanuit de fixed mindset (dus ‘we gaan nu je vaardigheid op dit en dit gebied bepalen’), terwijl groep 2 een growth mindset inleidende tekst kreeg, in de trant van: ‘Deze test is een momentopname. Zwakke plekken in je kennis kan je bijschaven’. Het bleek dat groep 2 25 procent beter scoorde op de test. Het blijkt dat de fixed mindset moeilijke vragen sneller voorbijging om zich te richten op wat men wel kan, terwijl de growth mindset de uitdaging aangaat. Growth mindset richt zich op het leren en de lol van het leren, terwijl voor de fixed mindset prestaties belangrijker zijn. Dit heeft tot groot nadeel dat wanneer de fixed mind zijn/haar neus stoot omdat men een fout maakt, dit meer invloed heeft op de psyche en men eerder het gevoel heeft te falen, waardoor men de handdoek sneller in de ring gooit. Mensen met fixed mindsets zijn bang om te falen want succes bevestigt het zelfbeeld en een mislukking ondermijnt het, terwijl een growth mindset falen niet als mislukking ziet, maar als mogelijkheid om zichzelf te verbeteren en te leren. De mindset gaat niet alleen over hoe je naar jezelf kijkt, maar ook hoe je als ouder, als docent, als trainer, als manager, als partner of als collega je medemens benadert. De growth mindset benadering is een uitstekend middel gebleken om achterblijvende en ongemotiveerde scholieren die niet meer in zichzelf geloven weer aan het presteren te krijgen. Dat verschil in benadering blijkt ook uit onderzoeken die Dweck heeft gedaan naar de invloed van het loven na een prestatie. Hierin keek ze naar het effect van lof op basis van talent (‘dat heb je goed gedaan, je bent de beste’), inzet (‘dat heb je goed gedaan, je hebt er hard voor gewerkt’) en neutrale lof (‘dat heb je goed gedaan’). Vervolgens liet men de drie groepen tot drie keer toe moeilijke opdrachten maken. Het bleek dat de prestaties van de talentgebaseerde lofgroep na de eerste test dramatisch kelderden, terwijl dit effect bij de overige twee groepen afwezig was. Carol Dweck zei letterlijk dat in de Verenigde Staten waarschijnlijk een hele generatie is verpest met de opvatting van ouders dat kinderen bij elk wissewasje moeten horen hoe goed ze wel niet zijn. Coaches van de topteams van Amerikaanse universiteiten komen in wanhoop bij Dweck uit omdat de jeugdige sporters niet meer in staat zijn om iets te leren van de coach omdat ze altijd hebben gehoord dat ze geweldig zijn. Deze boodschap maakt dat mensen kritiek niet meer accepteren en dus ook hun vermogen om te leren zijn kwijtgeraakt. Het bijzondere van de theorie van Dweck is dat het niet motivationele hocuspocus van een goeroe is die je wel zal leren hoe je succesvol wordt, maar dat het is gebaseerd op jarenlang daadwerkelijk psychologisch onderzoek. Als je je eenmaal in de mindset theorie verdiept nemen de aha-erlebnissen toe omdat het erg herkenbaar is – het is goed om dergelijke vermoedens bevestigd te zien door wetenschappelijk onderzoek. Het onderscheid growth en fixed mindset is een handige tool in het dagelijks leven waarbij je samenwerkt met mensen: verschillende mensen vergen verschillende benaderingen en het kunnen herkennen van de twee types mindsets verhoogt de slagingskans en effectiviteit. En uiteraard is het handig om in staat te zijn bij jezelf een fixed mindset te signaleren en te weten hoe je dit ombuigt naar een growth mindset.
2 Opmerkingen
Omdat ik zelf een echte beelddenker ben, en ik het mindmappen gevonden heb om al mijn boeken samen te vatten, maar ook om te brainstormen over de plusklas, de begeleiding, ... wil ik jullie mijn mindmap over de vakantiegroep niet onthouden. Een Mind Map is letterlijk een kaart (map), een tekening van je gedachten (mind). Het is een netwerk van kleurrijke sleutelwoorden en symbolen die heel veel informatie samenvatten. Ieder sleutelwoord is zodanig gekozen dat het voor jou een soort OXO-bouillonblokje is, geconcentreerde informatie. De sleutelwoorden zijn allemaal met elkaar verbonden en volgen associatieve kettingen rond één centraal thema. Het programma e-mindmaps, is een erg aantrekkelijk mindmap-programmaatje dat gratis te downloaden is op http://www.leerhof.be/index.lasso?p=37 Bij het downloaden kun je meteen de handleiding opslaan. Mindmappen ook heel leuk voor de kinderen. Ze kunnen er boekbesprekingen, spreekbeurten en toetsen mee voorbereiden.
Waarom hebben hoogbegaafde kinderen speciale bijeenkomsten nodig? Ieder mens heeft behoefte aan het ontmoeten van anderen die zich op gelijk niveau ontwikkelen en waarmee je interesses kunt uitwisselen. Voor de gemiddelde mens gebeurt dat iedere dag, voor de gemiddelde scholier elke schooldag. De hoogbegaafde is hierin vaak eenzaam. Als hoogbegaafde leerling vind je weinig of geen (h)erkenning, je verveelt je snel bij de lesstof, je kunt - ondanks je hoogbegaafdheid - flinke leerproblemen hebben en je wordt vaak niet geaccepteerd door je klasgenoten en/of de docent(en). Soms passen hoogbegaafden zich zelfs zo aan de groep aan dat zij zichzelf als het ware 'uitgummen' tot er nog maar een klein streepje overblijft. Als het voor de reguliere school niet mogelijk is om volledig tegemoet te komen aan de sociale en emotionele en cognitieve behoeften van de hoogbegaafde leerlingen, dan is het aan te bevelen dat deze leerlingen die mogelijkheid ergens anders wel krijgen aangeboden. Het model van Renzulli en Mönks (fig. 1) maakt zichtbaar hoe hoogbegaafdheid tot volle bloei kan komen: een hoog IQ (130+), motivatie en creativiteit moeten daarvoor intrinsiek aanwezig zijn. School, Gezin en Vrienden zijn daarnaast echter bepalend voor het tot ontwikkeling komen van de hoogbegaafdheid. Onderzoeker Lewis Terman (1877-1956) stelde ook al dat een positief ingestelde omgeving van even groot belang is als een hoog IQ, volharding, zelfvertrouwen en vastberadenheid. Heller en Hany (1992) en Gagné (1991) onderschrijven bovenstaande visie. Hun modellen werken het samenspel tussen het hoge IQ en de niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken verder uit. Allen onderschrijven het grote belang van ontwikkelingsgelijken (peers).
Met andere woorden: Als je een hoge intelligentie hebt, je gemotiveerd en taakgericht bent en creatief in het oplossen van problemen EN als je in een gezin opgroeit waar je gesteund, aangemoedigd en gestimuleerd wordt, je school je uitdaagt en je vrienden hebt die je ondersteunen, je begrijpen en waar je bij terecht kunt, dan is er een goed samenspel tussen alle zes factoren uit het model en wordt je hoogbegaafdheid naar buiten toe zichtbaar in je prestaties en handelen. En natuurlijk geeft een goede ondersteuning de meeste kans op 'lekker in je vel zitten'! ‘uniQum’ Met de vakantiegroep ‘uniQum’ wil ik daaraan tegemoet komen. Ik wil de kinderen een vakantieweek geven om niet snel te vergeten, waarover ze achteraf ook van alles te vertellen hebben. De kinderen een zetje geven om uit hun luie stoel te komen en lekker mee te doen. Contacten te leggen met andere hoogbegaafde kinderen, zinnige gesprekken te voeren … Alles gericht op het omgaan met elkaar, samenwerken, het doorzetten, hulp vragen, elkaar helpen, zelfvertrouwen opbouwen, vrienden maken, omgaan met frustratie, ervaren dat een groep wel degelijk veilig en plezierig kan zijn, keuzes leren maken, je stem laten horen, inventariseren van kwaliteiten en vaardigheden: wat kun jij, waar liggen je talenten, op welk gebied valt er iets te leren, welke feedback geeft de groep jou, waarin ben je sterk, waarin zwak… Wat gaan we doen We gaan aan de slag met zelf te maken techniekpakketten, experimenteren met electro, maken lekkere dingen klaar in de keuken, gaan mozaïeken, we zullen werken met speksteen, maken een kunstwerk, leren tekenen, spelen gezelschapspellen, spelen buiten groepsspellen om de samenwerking te bevorderen en de sfeer in de groep optimaal te houden. Ikzelf zal de groep begeleiden. Hulp bieden waar nodig, maar mezelf net zo goed onthouden van hulp, waar kinderen het samen kunnen oplossen. Ik zal de kinderen stimuleren elkaar hulp te vragen en door te zetten als het even niet lukt. De nadruk zal vooral liggen op het proces en minder op het eindresultaat, verwacht dus ook geen perfecte werkstukken, maar helemaal zelf in elkaar gestoken werkjes. Onder het werken zal ik gesprekjes voeren over hoe het is om hoogbegaafd te zijn, ik zal vragen waar kinderen mee zitten en zal ze proberen inzicht te geven in aspecten als vriendschap, anders zijn, onderpresteren, faalangst, … niet in deze bewoording maar wel zo dat kinderen het begrijpen. Eventuele probleempjes onderling zal ik uitpraten met de kinderen, en eventueel in de groep bespreken, met toestemming van de kinderen zelf. Waar nodig kunnen we een rollenspel spelen om te kijken of er andere manieren zijn van reageren, opkomen voor jezelf, … Mijn voornemens Mijn voornemens zijn om dit soort weken vaker te gaan organiseren. Zodat de kinderen elkaar vaker ontmoeten en dus een langere relatie kunnen opbouwen. Ikzelf wil graag de rol als mentor op me nemen, ik wil de kinderen begeleiden waar nodig, gesprekjes aangaan en een luisterend oor bieden om de kinderen te begeleiden op hun weg naar een evenwichtige toekomst ! Vriendelijke groeten Ans Vandaag weer een prachtig staaltje van Motivatie stimulering meegemaakt met mijn eigen zoon Tristan. Hij is 8 jaar. Heel vaak is hij niet vanachter zijn computer weg te slaan, zoals vandaag weer het geval was. Vakantietijd is altijd moeilijk voor ons. Hij gaat liever naar school zegt hij dan, daar heeft hij wat te doen … maar vandaag vond ik het wel weer welletjes geweest. Ik vroeg hem of hij mij mee wou helpen met het opzetten van de vakantiegroep. Ik stelde voor een mindmap te maken over wie, waar, wat en hoe van de vakantieclub. Na even gezond tegensputteren, kwam hij toch naast me zitten en opende een nieuwe mindmap ! En zo begonnen we samen te brainstormen over de vakantiegroep. We kwamen al snel in een ´flow´en hij kwam met steeds meer ideeën. De mindmap gaf ons een houvast om over alles na te denken. Wanneer?, waar?, hoeveel kost het?, wat doen we dan?, hoe ziet de ochtendindeling er dan uit ?, welke materialen hebben we nodig?
De catalogus kwam erbij, leuke techniek projectjes werden uitgekozen en in een tabel genoteerd, met prijs, aantal en totaal prijs, ... , op het net werden leuke spellen opgezocht… Natuurlijk liet ik hem een beetje zijn gang gaan en hier en daar zochten we samen wat uit. Het resultaat, een prachtige mindmap met het hele beleid van de vakantieclub. Daarnaast kwam hij tot de conclusie dat een eigen bedrijfje toch wel leuk is … “dan kun je alles doen wat je zelf wil” …. Ik knipoogde naar hem en zei : “wie weet …” Vakantiegroep 'uniQum' : 2-6 mei elke ochtend, maandag tot vrijdag leeftijd 7 - 12 jaar meer informatie volgt zo spoedig mogelijk Bij het zoeken op internet botste ik op het volgende artikel,
de Vijf voordelen van een plusklas. En omdat ik het oprichten van een plusklas op school zoveel mogelijk wil stimuleren plaats ik hem op de site. Waar een plusklas geen optie is, of extra begeleiding in het weekend gezocht wordt, komt de plusgroep uniQue in beeld. bron : www.alledagenpauze.nl Iedereen die zich enigszins verdiept heeft in het onderwerp hoogbegaafdheid weet dat het voor leerlingen met een hoge intelligentie belangrijk is om uitgedaagd te worden. De reguliere lesstof biedt die uitdaging vaak onvoldoende - zelfs op het gymnasium. Daarom is het belangrijk om het zogenaamde ‘verrijkingsonderwijs’ aan te bieden naast de reguliere lesstof. Het probleem hierbij is vaak dat iedere leerkracht of docent zijn eigen wiel moet uitvinden. Wat is geschikte stof? Hoe pas je het in in je eigen lessen? Waar haal je de tijd vandaan om ook deze extra leerstof voor te bereiden? Door deze knelpunten loop je het risico uiteindelijk vooral een ‘koektrommelaanbod’ te bieden. Dit zijn leuke opdrachtjes zonder enige samenhang waar de snelle leerling aan kan werken zodra zijn reguliere lesstof is verwerkt. En net als bij een koektrommel met echte koekjes geldt ook hier: af en toe iets lekkers is leuk, maar alleen maar koekjes is ongezond en gaat vervelen. Dit leidt tot een hoop teleurstellingen aan beide kanten. De hoogbegaafde leerling krijgt niet de uitdaging die hij of zij nodig heeft. En voor jou als onderwijsgevende is het ook een vervelende situatie. Jij hebt je best gedaan om verrijkingsstof voor het kind te maken, je hebt er tijd in geïnvesteerd om het te bedenken en te vervaardigen en dan blijkt het nog niet de oplossing te zijn. De kern van het probleem is dat verrijkingsstof eigenlijk alleen voor uitdaging zorgt en tot motivatie leidt als het gaat om een structureel, afgewogen en op de doelgroep toegesneden lesstof. En daar komt de plusklas in beeld! Wat is een plusklas? Over het algemeen wordt met de term plusklas bedoeld dat een groepje (hoog)begaafde leerlingen op regelmatige basis, bij voorkeur een keer per week, onder begeleiding van een volwassene bij elkaar komt om aan uitdagende lesstof of projecten te werken. Een plusklas in de school heeft een aantal grote voordelen. Dit zijn de belangrijkste: Voordeel 1: het ontlast de man of vrouw voor de klas. Het creëren van passende verrijkingsstof kost veel tijd. Hoe reëel is het om van jou als individuele leerkracht of docent te verwachten dat je in de gelegenheid bent om te investeren in het maken van een structureel verrijkingsaanbod? Je hebt in je klas ongetwijfeld ook nog kinderen met dyslexie, NLD, PDD-NOS, gedragsproblemen of (in het basisonderwijs) een lage intelligentie voor wie de aanpak ook zeeën van tijd opslurpt. Wanneer een hoogbegaafde leerling uit jouw klas de broodnodige verrijkingsstof aangeboden krijgt in een plusklas hoef jij alleen te begeleiden als hij in de klas verder werkt aan dat materiaal. Voordeel 2: een plusklas zorgt voor doorlopende motivatie. Dit punt geldt nog meer als de leerling niet alleen in de plusklas aan de verrijkingsstof mag werken maar ook gedurende de rest van de week regelmatig tijd krijgt om hier mee bezig te zijn. Voordeel 3: het (hoog)begaafde kind komt in contact met ontwikkelingsgelijken. Dit is voor veel hoogbegaafde leerlingen een heel belangrijk punt. Contacten met ontwikkelingsgelijken bieden de mogelijkheid om sociale competenties op het eigen niveau te ontwikkelen. Daarnaast kan het kind op het eigen, hoge niveau functioneren. Het is niet alleen lekker om eens je eigen hoge werktempo te kunnen aanhouden zonder dat je voor anderen te snel gaat, het is ook heerlijk om in ontwikkelingsgelijken herkenning te vinden. Het is heel goed voor het zelfbeeld van het hoogbegaafde kind om te kunnen ervaren "ik ben niet alleen, er zijn er meer zoals ik!". Voordeel 4: een plusklas leert doorzetten. Voor veel hoogintelligente kinderen en jongeren is de reguliere lesstof zo gemakkelijk, dat het risico bestaat dat zij geen doorzettingsvermogen ontwikkelen. Alles wat ze op school moeten doen is dermate eenvoudig voor hen dat ze er geen moeite voor hoeven doen. Komt er dan een keer een taak voorbij die wel wat inzet vraagt, dan neigen veel hoogbegaafde kinderen ernaar om snel af te haken. Doordat de opdrachten of projecten die in de plusklas aan bod komen altijd een bepaalde mate van (cognitieve) inspanning vragen, leert de plusklasleerling inzet te leveren en oefent hij/zij het doorzettingsvermogen. Voordeel 5: in een plusklas is er ruimte om speciale, eenzijdige talenten tot ontwikkeling te brengen. Het reguliere lesprogramma biedt geen gelegenheid om talenten of interesses monomaan te volgen. Daar verwachten we van kinderen dat ze overal aan meedoen en alles minimaal een beetje kunnen. Terwijl juist de eenzijdige interesse in een natuurkundig onderwerp, wiskunde, robots of muziek – of een ander vlak waarop je een talent kunt ontwikkelen - ervoor kan zorgen dat een kind een echte uitblinker wordt. Dan heeft het kind de gelegenheid zich in de diepte te ontwikkelen in plaats van in de breedte. In de breedte ontwikkelen heeft tot gevolg dat een kind uiteindelijk alles op een goed niveau kan, terwijl in de diepte ontwikkelen kan leiden tot het uitzonderlijk hoge niveau waarop het hoogbegaafde kind zijn talenten volledig benut. Uit onderzoek is bovendien gebleken dat hoogbegaafde kinderen die in de gelegenheid waren zich eenzijdig te ontwikkelen in hun volwassen leven gelukkiger waren en vaker tot de opvallende uitblinkers in hun vakgebied behoorden dan hoogbegaafde kinderen die zich in de breedte hadden ontwikkeld*. Genoeg voordelen dus om serieus te overwegen een plusklas binnen jullie school te starten! PS: Als jullie op jullie school (nog) geen eigen plusklas willen inrichten, dan kun je toch gebruik maken van de voordelen van een plusklas door de hoogbegaafde leerlingen deel te laten nemen aan verrijkingsklassen die buiten de school, maar onder schooltijd, georganiseerd worden. 1. Overtuigd van vaststaande intelligentie
Uit wetenschappelijk onderzoek (onder andere van Carol Dweck) blijkt dat leerlingen die geloven dat hun intelligentie vaststaat uitdagingen uit de weg gaan. Bij hoogbegaafde kinderen is vaak, als positieve bemoediging tegen ze gezegd: “Wat ben je toch slim en snel dat je dat kunt”. Het gevolg van een dergelijk compliment is dat het kind aanleert dat intelligentie blijkbaar vaststaat en je dus iets wel kan (wat ben je slim) of niet kan (en dan zul je wel dom zijn). Een leerling kijkt dan niet meer naar een probleem als een uitdaging, maar als een mogelijke vijand die aan kan tonen dat hij/zij dom is. Wat doe je hieraan? Zoveel mogelijk feedback op groei en inzet geven. Beloon de leerling vooral voor getoonde inzet en minder op talent/eindresultaat. Reflecteer ook veel met de leerling op groei door inzet. 2. Gebrek aan motivatie Door verschillende redenen variërend van tegenvallende uitdaging op school, een lage frustratietolerantie en een gebrek van gevoel van ‘er bijhoren’ raken veel hoogbegaafde leerlingen gedemotiveerd. Het probleem is echter dat het schoolsysteem uitgaat van een langzame opbouw van moeilijkheidsgraad via leer-successen. Wanneer deze cyclus door demotivatie doorbroken wordt is het heel lastig om de leerling weer op gang te krijgen. Wat doe je hieraan? De leerling eerst weer op stoom laten komen op een gebied van eigen interesse. Nadat de leerling weer enige motivatie van ‘iets’ leren toont kun je dit langzaam om gaan buigen naar schoolactiviteiten. Dit dan verbonden aan meer vrijheid om eigen interesses te volgen als de leerling meewerkt en minder wanneer de leerling dwarsligt. 3. Begrip versus geheugen Een deel van de hoogbegaafde leerlingen is op jonge leeftijd al in staat veel problemen op te lossen door ze te begrijpen. Waar kinderen van dezelfde leeftijd gedwongen worden om hun geheugen op verschillende manieren te gebruiken en trainen is dit bij deze leerlingen vrijwel niet het geval. Als gevolg hiervan is hun geheugen ongetraind en beschikken ze niet over verschillende strategieën. Als dan later in hun carièrre er plotseling een beroep gedaan wordt op hun geheugen zijn ze hier niet op voorbereid. Wat doe je hieraan? De oplossing is tweeledig. Als je er vroeg genoeg bij bent (de eerste jaren van de basisschool) zorg dan dat je de uitdaging, vooral op geheugengebied, verhoogt voor deze leerlingen. Als je later een leerling onder je begeleiding krijgt, ga ze dan uitdagen om hun geheugen te gebruiken door opdrachten daarop gericht aan te bieden. Tegelijkertijd kun je ze strategieën aanbieden om hun geheugen beter te gebruiken. Kijk hiervoor bijvoorbeeld op "http://www.lereniseenmakkie.nl 4. Samenwerken 'Waarom zou je?' is eigenlijk vaak de eerste vraag. Als je alleen toch een beter resultaat kunt behalen dan samen, waarom zou je dan samenwerken met anderen? Vaak worden de kinderen ook nog bewust gekoppeld aan zwakkere leerlingen waardoor samenwerken helemaal een verliesgevende operatie wordt. Daarnaast missen er soms wat sociaal emotionele vaardigheden om de vertaalslag te maken naar een ander kind. Wat doe je hieraan? Leer het kind over groepen en interactie. Door reflectieoefeningen over je rol in samenwerken en het benoemen van het verschil kun je het kind helpen bewuster ermee om te gaan. Bespreek ook met het kind het doel van samenwerken. 5. Onder-/Overschatten De leerlingen die beter begeleid zijn hebben vaak veel verschillende materialen gehad om mee te werken. Soms kan dit echter ook een nadeel zijn. Er is een gebrek aan doorzettingsvermogen. De materialen moeten precies aansluiten op de interesse en het uitdagingniveau van het kind, anders werkt het niet. Als je dan het niveau probeert in te schatten zal het de oefeningen of te moeilijk, of te makkelijk vinden. Wat doe je hieraan? Laat de leerling duidelijk zien welke stappen er van hem/haar verwacht worden, liefst visueel. Begin vervolgens onderaan en test zo snel mogelijk voor elk niveau of de leerling het objectief beheerst. Zo niet, dan is dat voorlopig het niveau waar de leerling aan moet werken. Bespreek met de leerling dat dingen soms moeilijk zijn en dat de oplossing dan is om door te zetten. 6. Zelfstandig werken Voor zich uitkijken, tekenen op werkbladen, buurman vervelen, alles behalve starten met de opdracht. Er zijn talloze redenen voor, maar het resultaat is eigenlijk altijd het zelfde: nul. Wat doe je hieraan? Deel van de oplossing ligt in het verlengde van uitdaging 5. Benoem duidelijk de stappen die genomen moeten worden en wat het beginpunt is. Een praktische tip die vaak helpt is om een werkblad in kleinere stappen op te delen. Knip een werkblad in losse opdrachten en geef er één aan de leerling. Wanneer hij hem af heeft en inlevert krijgt hij een nieuwe. Wanneer de laatste af is volgt er een beloning. Bouw van hieruit langzaam de grootte van de opdracht op. 7. Oplopen hiaten Door het overslaan van klassen, maar ook door het snel doorhebben van ‘truckjes’ kunnen leerlingen soms het idee geven dat ze de stof doorhebben terwijl dit niet het geval is. Dit is echter destructief naar de toekomst toe. Het is immers onmogelijk om te leren machtsverheffen als je vermenigvuldigen echt niet begrijpt. Wat doe je hieraan? Wanneer een leerling problemen heeft met een specifiek onderdeel, test dan door om te zien of hij de onderliggende concepten wel begrepen heeft. Wanneer een leerling bijvoorbeeld problemen heeft met spelling in een Frans werkstuk, controleer of hij zij de werkwoordsvervoegingen überhaupt wel kent. Bron : 'De 7 uitdagingen' van Tijl Koenderink, NOVILO Vanmiddag luisterde ik naar een webinar van Phil Gordon, een beroemde begaafde poker speler. Hij vertelt hoe je je potentieel kunt gebruiken om te bereiken wat je wilt. Hard werken, voornamelijk.
Hieronder som ik voor jullie de 6 belangrijkste kwaliteiten op, die begaafde kinderen / jongeren volgens hem moeten bezitten om te slagen in wat ze doen. Actie In controle zijn Je leven in eigen handen nemen Zelf stappen zetten ! Definieer je doel en ga er dan voor !!!! Geduld Wachten op een goede gelegenheid ! Geduld hebben tot de situatie en de gelegenheid er is ! Wachten op situaties waar je echt iets uit kunt halen, waar je echt voor wil gaan ! Selectieve actie : Wees selectief maar als je kiest neem actie en ga ervoor ! Zet zelf stappen. Observeer Wacht af, leer van wat je ziet en pas je strategie aan, om hiervan te profiteren ! Bekijk en leer van de mensen om je heen naar wie je opkijkt, zoek mensen die volgens jouw excellent zijn in wat jij wil gaan doen, bekijk ze, observeer ze, leer van ze en neem dan over wat je goed vindt. Observeer successen en faalervaringen en leer hiervan. Moed Om dit alles te doen heb je moed nodig ! Moed om anders te zijn, anders zijn is OK. Het betekent vaak niet populair zijn ! Moed hebben om beslissingen te nemen ! Het kan ook misgaan. Het is moeilijk om moeilijke beslissingen te nemen ! Twijfel is een slechte raadgever. Veerkrachtigheid ! Fouten maken! Daar leer je meer van dan van je succes ! Je zal als slimme leerling wellicht niet veel falen, soms beschermen ouders je hiertegen, maar je leert alleen van je fouten ! Je zal nooit altijd onmiddellijk slagen in alles wat je doet, je moet leren falen en leren opstaan. Het leerproces is dan belangrijker dan het resultaat. Refocus, leer van je fouten en ga door !!! Fouten maken is OK, niemand is perfect, en maakt niet uit hoe slim je bent, iedereen maakt fouten. Als je nooit faalt, daag je jezelf niet genoeg uit !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! De wil om beter te worden ! Echt meesterschap duurt echt heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel lang! Je hebt 10.000 uur van hard en toegewijd werken nodig om ergens master in te worden, dat is voor slimme mensen niet minder ! Daag jezelf uit, maak vooruitgang, help kinderen zichzelf verbeteren ! Bron : SENG, Phil Gordon, een beroemde poker speler vertelt hoe je je potentieel kunt gebruiken om te bereiken wat je wilt. Hard werken, voornamelijk. |
Archives
Augustus 2017
Ans RamautHB moeder met HB kinderen, Leerkracht, Talentbegeleider en onderwijsvernieuwer, blogt over haar eigen bedrijf en alle activiteiten, haar onderwijsideeën, haar kinderen, de kampen, ... Categories |